Binnen een paar jaar zijn in het Nederlands twee boeken gepubliceerd over de Tweede Wereldoorlog die al jaren oud zijn, maar toch weer opnieuw opzien baarden. Ik doel op de nieuwe vertaling van Kaputt van Curzio Malaparte, dat voor het eerst kort na de oorlog verschenen. Het andere is de epische vertelling Leven & Lot van de Russisch-joodse schrijver Vasili Grossman.
De twee schrijvers hadden dezelfde professie. Ze waren beide tijdens de oorlog verslaggever aan het Oostfront. En ze delen een subliem schrijverschap met een zeer goed ontwikkeld oog voor de grote en kleine drama’s van de oorlog.
Maar er zijn ook grote verschillen. Ondanks – of misschien wel dankzij – de gruwelen wekt Malaparte de indruk dat hij op een bepaalde manier van de oorlog geniet. Die brengt de ware aard van de mens naar boven en dat spektakel wil hij aanschouwen en tonen. Het verhaal van Grossman is dramatischer, sentimenteler, empatischer.
Het boek van Grossman is in zekere zin een familieroman. De belevenissen van de familie Sjaposjnikova en hun verwanten, vrienden en collega’s staan centraal. Maar van daaruit waaiert het verhaal breed uit. Achterin het boek staan de namen van de hoofdpersonen op tien pagina’s.
Grossman voert ons mee naar een omsingeld huis in Stalingrad waar een kleine groep militairen helemaal op zichzelf is aangewezen. Achter het front bevindt zich wetenschapper Victor Strum, die speelbal is van de politieke verhoudingen, en zijn vrouw Ljoedmila die treurt om het verlies van haar zoon Tolja. Haar eerste man bevindt zich in een Russisch gevangenenkamp. Maar Grossman beschrijft ook een Duits concentratiekamp, de ghetto’s en de gaskamers. Hitler en Stalin komen er zelf in voor. Steeds weer duikt de vergelijking en de gelijkenis op tussen de twee totalitaire stelsels, het Derde Rijk en de Sovjet-Unie. Nu is zo’n benadering niet meer opzienbarend, maar dat was in de jaren zestig wel anders.
Het lot kan overal toeslaan en ligt steeds op de loer, vanwege dat totalitaire systeem en omdat mensen er niet tegen bestand zijn. Kernfysicus Strum – het alter ego van Grossman – doet een fantastische ontdekking. Maar hij lijkt in ongenade te vallen, vanwege zijn kritische uitspraken die hij in klein gezelschap heeft gedaan, maar vooral vanwege zijn joodse afkomst. Grossman neemt hierin een loopje met de chronologie; het was in de nadagen van de heerschappij van Stalin dat een antisemitische (‘antikosmopolitische’) golf door de Sovjet-Unie ging. De beschrijving van Grossman is ijzingwekkend, hoe Strum steeds verder geïsoleerd raakt, de collega’s die hem niet meer kennen, de telefoon die niet meer over gaat. De druk om mee te doen, zich aan te passen, is enorm.
Het systeem is machtiger dan de mens. Dat is het lot, ook van de bolsjewiek Nikolaj Krymov. In het verleden heeft Trotski zich ooit lovend over een van zijn artikelen uitgelaten. De ondervraging van Krymov, die uiteraard niet kan geloven dat hij gearresteerd is, voltrekt zich langs een ijzeren logica.
Dat is het lot. Toch is Grossman niet honderd procent zwartgallig of cynisch. Er zitten momenten in van hoop, van medeleven. De solidariteit binnen de familie blijft in grote lijnen in stand, al kost het veel moeite. Strum bijvoorbeeld is heimelijk verliefd op een andere vrouw. Maar helden zijn er niet.
Zelfs onder Chroesjtsjov vond de Sovjet-Unie het boek van Grossman een grote bedreiging, al noemde de schrijver het ‘geen politiek boek’. Leven & Lot werd, in de woorden van Grossman, ‘gearresteerd’. Alle kopieën van manuscripten werden in beslag genomen. Maar de schrijver had rekening gehouden met zo’n actie en had diverse exemplaren goed verstopt. Pas ten tijde van de perestroika werd het boek voor het eerst gepubliceerd. En nog twintig jaar later is het tot een Nederlandse publicatie gekomen.
De superlatieven waarmee dit boek in Nederland en elders begroet is, zijn niet te overtreffen. Dat doet vrezen dat het boek alleen nog maar tegen kan vallen. Maar bij Leven & Lot is dat zeker niet het geval.
Vasili Grossman, Leven & Lot
Geen reacties