Waarom sommige landen rijk zijn en andere arm – D. Acemoglu en J. Robinson

december 21, 2013

nationsfailKorte inhoud: Landen falen omdat de economische en politieke instellingen ten goede komen aan een kleine groep en de meeste anderen uitsluiten. De schrijvers illustreren dit aan de hand van tal van voorbeelden uit een groot deel van de geschiedenis. Alleen landen die er in geslaagd zijn een groot deel van de bevolking te betrekken bij de economische en politieke ontwikkelingen zijn succesvol en zullen dat blijven.
Stelling van het boek: It’s the history, stupid. (dus niet de economie)
Stijl: Academisch, maar wel toegangelijk. Wat herhalerig.
Geschikt voor: iedereen die een verklaring zoekt voor het succes van bepaalde landen en het falen van andere. Of politieker gezegd die wil weten waarom het Westen economisch en politiek succesvol is en de rest niet, minder of slechts tijdelijk.

Het is een beetje een angstig genre, de stroom aan boeken over de westerse oppermacht in de afgelopen eeuwen. Want daarover heen hangt toch altijd de vrees dat die superioriteit aan zijn einde komt.  Denk aan Paul Kennedy met The rise and Fall of the Great Powers, Ian Morris met De val van het Westen en Jared Diamond met Zwaarden, Paarden en Ziektekiemen.
Dit boek past aan de ene kant heel goed in dat genre, maar het perspectief is toch wat anders en de boodschap is voor het Westen optimistischer.

De schrijvers willen een zeker zo breed register opentrekken als de eerder genoemde schrijvers en poneren net zo makkelijk stellingen over de stadstaten van de Maya’s  als over het Romeinse Rijk en de Glorious Revolution in Engeland in 1688. Hun verklaring van economisch succes of falen gaat niet alleen over West-Europa of de afgelopen vijfhonderd jaar, maar over de hele menselijke beschaving sinds het stenen tijdperk.
Rijkdom en ontwikkeling laten zich volgens de schrijvers niet verklaren door geografie, cultuur of onwetendheid. In al een beroemd geworden voorbeeld wijzen ze op de twee kanten van het stadje Nogales. Het deel aan de Mexicaanse kant van de grens is arm, het Amerikaanse deel is rijk.
Hun verklaring draait om de begrippen ‘inclusive’ and ‘extractive’ economische en politieke instellingen. Als de economische instellingen ten bate komen van brede groepen, dan zijn ze inclusief, te vertalen met veelomvattend, gelijkwaardig of insluitend. Als slechts een kleine elite profiteert zijn ze extractief, uitzuigend of parasitair. (Ik heb alleen de Engelse editie, niet de vertaling.) Voor veelomvattende instellingen gelden een aantal voorwaarden, zoals een bepaalde mate van rechtszekerheid, een rechtsstaat en een minimum aan publieke instellingen. Daarmee kunnen de talenten en vaardigheden van een groot deel van de bevolking worden ingeschakeld. Dat maakt economische groei mogelijk. Inclusieve instellingen hebben heel wat weg van een vrije markt, en inclusieve politieke instellingen heel wat van een democratie. Maar de auteurs gebruiken deze termen niet, want zijn voor hen te beperkend.
Daarbij treden vicieuze cirkels op, in het eerste geval goedaardig, in het tweede geval kwaadaardig. In een gelijkwaardige maatschappij zijn instellingen die bijvoorbeeld de verdeling van de macht garanderen, zoals onafhankelijke rechters, sterk en kunnen ze minder makkelijk aangetast worden. Pogingen om dat te doen, worden in de kiem gesmoord.

In minder gelijkwaardige maatschappijen staat er voor de elite veel op het spel, zal die er (bijna) alles aan doen om te voorkomen dat ze de macht verliest. Veranderingen, of die nu economisch of politiek zijn, zijn bedreigend voor dergelijke elites en worden het liefst buiten de deur gehouden. Bekend is het voorbeeld van China dat in de vijftiende eeuw ophield met de internationale zeevaart, toen de Europeanen daar net mee begonnen. In het Ottomaanse rijk werd de eerste drukpers pas in 1727 toegestaan. Ook spoorwegen werden door autocraten als een gevaarlijke nieuwlichterij gezien.
Armoede (voor velen) is een keuze van de bestuurlijke en politieke elite, niet een vanzelfsprekend gevolg van cultuur, onbekendheid met het scheppen van economisch voordelige situaties of geografie. Een assistent van de bekende minister van Buitenlandse Zaken van Oostenrijk, Metternich zei: “We willen helemaal niet dat de massa welvarend en onafhankelijk wordt. Hoe moeten we anders over hen heersen?” Er is geen voorbestemming voor rijkdom of armoe, dat is de boodschap van dit boek.

De keuzes zijn van cruciaal belang op de breukpunten van de geschiedenis, zoals de industriële revolutie.
Ook parasitaire economieën kunnen hun groeiperiodes doormaken, zoals de Sovjet-Unie liet zien. Maar die groei is niet duurzaam, niet vol te houden op lange termijn. Dat geldt volgens de auteurs ook voor het huidige China. Het vooruitzicht voor Europa en de Verenigde Staten is juist gunstig.
Overigens kunnen landen die binnen de eigen grenzen min of meer de kant opgingen van inclusieve instellingen daarbuiten uitstekend uitbuitende systemen op zetten. De Nederlandse koloniale activiteiten in Indonesië worden uitgebreid en niet positief besproken.

Dit is een zeer interessant boek, tjokvol feiten en verhalen. Het is overtuigender dan veel andere boeken in dit genre. Het is genuanceerd, het onderschrijft de kracht van westerse modellen, maar is niet blind voor de uitwassen van bijvoorbeeld het  kolonialisme. Zo heeft het links en rechts wat te bieden; aan erkenning maar ook aan kritiek.
Maar dit boek beukt, misschien vooral voor niet-economen, nogal wat open deuren in. Zo schrijven ze dat begrip van politiek cruciaal is voor het verklaren van ongelijkheid in de wereld. Elders leggen ze het belang van geschiedenis uit als verklaring voor de toestand van de huidige wereld.
Uiteindelijk is de vraag of de auteurs niet een enorme cirkelredenering hebben opgezet. Landen falen vooral omdat ze uitbuitende instituties hebben. Een andere reden is dat hun staten falen, omdat die al tientallen jaren worden gevormd door uitbuitende instituties. Het roept op zijn minst de vraag waarom deze landen uitbuitende instellingen hebben, en andere niet. Misschien is de toestand van uitbuitende instellingen wel de norm van de menselijke geschiedenis en is de situatie in de VS, West-Europa en enkele andere landen de uitzondering. Export van dit model is dan misschien een mooie wens, maar lastig te realiseren.

 

(Visited 570 times, 1 visits today)
Samenvatting
Review Date
Boektitel
Waarom sommige landen rijk zijn en andere arm - Daron Acemoglu en James Robinson
Waardering
41star1star1star1stargray

Geen reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.