Nog maar kort geleden waren er massale demonstraties na de schietpartij in het redactielokaal van Charlie Hebdo en de aanval op de joodse supermarkt in Parijs. In Frankrijk gingen miljoenen de straat op.
In Amsterdam liepen duizenden mensen van Maison Descartes naar de Dam, sommigen met een geplastificeerde voorpagina van het Parool met de leus ‘Wij zijn Charlie’ in hun hand.
Premier Rutte en burgemeester Van der Laan spraken op de Dam de menigte toe. Maar demonstreren met de macht, is dat niet vreemd? Tegen wie was de demonstratie gericht? Zouden de jihadisten ervan onder de indruk zijn en zich een volgende keer bedenken? En wat waren de motieven van al die mensen die meeliepen?
Voor mij was de demonstratie vooral een blijk van medeleven met de collega’s van Charlie Hebdo, al kende ik ze niet en maakten ze een heel ander blad dan het Parool. Toch had het iets onwerkelijks, deze manifestatie.
De Franse intellectueel Emmanuel Todd heeft, na een pauze van een paar maanden, zijn oordeel geveld over de manier waarop zijn land is omgegaan met de aanslagen. Frankrijk beleefde een aanval van hysterie, schrijft hij in de eerste zin van zijn inleiding.
De tweehonderd pagina’s die daarop volgen zijn niet allemaal net zo helder. Naast polemische uithalen bestaat het boek grotendeels uit een statistische anatomie van Frankrijk, met scheuten antropologie en sociologie. Dat leidt tot een tamelijk duizelingwekkend betoog, met onverwachte wendingen.
Laten we proberen het te volgen. Todd zegt een objectieve interpretatie van de feiten van die dag te willen geven en verder te willen gaan dan de verbazing die vele deelnemers aan de demonstraties mogelijk voelden. Hij grijpt terug op een inzicht van Émile Durkheim: mensen worden soms gedreven door maatschappelijke krachten waar ze zich niet bewust van zijn. Dat geeft de schrijver uiteraard veel vrijheid, waardoor de objectiviteit ook uit het zicht kan verdwijnen.
Een van die onbewuste maatschappelijke krachten is de houding ten opzichte van gelijkheid, die voortkomt uit traditionele familiestructuren. In het midden van Frankrijk, waar alle kinderen, of op zijn minst alle jongens, een gelijk deel erfden werd de gelijkheid doorgegeven, in het zuidwesten en andere delen aan de periferie, waar de verdeling tussen kinderen ongelijk was, werd de ongelijkheid doorgegeven. Daar bleef het katholicisme sterk, en is dat eigenlijk nog. Maar omdat de inwoners niet meer naar de mis gaan, spreekt Todd van zombie-katholicisme.
In de zombie-katholieke steden was de opkomst bij de Charlie-demonstraties duidelijk hoger dan in het rest van het land. Verder was de middenklasse oververtegenwoordigd. De jeugd uit de voorsteden en de arbeiders waren ondervertegenwoordigd.
De middengroepen en de zombie-katholieken hadden in de jaren negentig ook voor het verdrag van Maastricht en de euro gestemd: de groep die in de woorden van Todd, ‘de ene god door de ene munt’ had vervangen. Steeds weeft hij het verhaal over de Europese verhoudingen door dat over Charlie in een meer strikte zin. Het komt de overzichtelijkheid niet ten goede.
De roep die nu klinkt voor de herleving van de Republiek is eigenlijk een herleving van het Vichy-tijdperk. een schreew om hiërarchie, uitsluiting. De buitenkant van Charlie is sympathiek, komt op voor vrijheden, maar de binnenkant is autoritair en inegalitair. De islam dient als zondebok voor een groep die zich na het verlaten van het geloof kwetsbaar voelt, aldus Todd.
Todd heeft weinig vertrouwen in links. President Hollande wordt omschreven als een zombie-katholiek die niets doet, zijn PS als een partij die knielt voor Duitsland. Xenofobie is diep geworteld in zowel de PS als in het FN. Alleen is het bij de PS onbewust, bij de ander bewust. De PS laat de achtergestelde jongeren in de steek, het FN demoniseert ze.
De nadruk op de laïcite, een begrip dat verder gaat dan scheiding van kerk en staat, heeft links in een hoek gebracht waardoor het mee moet gaan met de middenklassen. De demonstratie van eenheid met de miljoenen betogers op straat leidde niet tot de instorting van het Front National, zoals men had verwacht, maar tot groei. De demonstraties brachten geen eenheid, maar verdeeldheid.
Charlie had weinig aandacht voor de Joodse doden. Sterker nog, door de islam als grootste probleem uit te roepen, worden de risico voor de Joden vergroot, schrijft Todd. Meer strijdbaar atheïsme leidt tot meer islamofobie en dat leidt tot meer antisemitisme. Ieder zoekt zijn eigen zondebok.
Het plakken van de term ‘moslim’ is in de ogen van Todd al een racistische daad, vergelijkbaar met de manier waarop de nazi’s zeer uiteenlopende mensen in de jaren dertig en veertig als Joden betitelden. Het radicale laïcisme zal leiden tot het einde van Frankrijk, doemdenkt Todd. In een tweede, optimistische scenario, wordt de islam dezelfde rol gegund als het katholicisme had. Maar Todd acht dat minder waarschijnlijk.
Todd draaft vaak door. De vergelijkingen met het nazi-tijdperk zijn provocerend, maar zoals zo vaak leiden ze niet tot een betere analyse of inzicht. De statistische analyses voeren wel erg ver. Todd onthult als een soort magië de waarheid. Hij gaat zelfs zover om de opvattingen van bepaalde personen af te leiden uit hun herkomst en huwelijk.
Maar zijn betoog is niet hysterischer dan veel uitingen van het fenomeen dat hij beschrijft. De aanslagen van januari leidden tot een buitengewoon felle emotionele respons en de collectieve aard daarvan mag vragen oproepen. Vrij vaak was de dwingende vraag te horen waarom er zo weinig moslims aan de marsen hadden deelgenomen. De tendens om ‘de islam’ als probleem te zien is inderdaad verder verbreid en krijgt met de komst van vele vluchtelingen een nieuwe impuls.
Er is niet alleen sprake van een identiteitscrisis van verdoolde jongeren die hun heil zoeken in de Islamitische Staat, die crisis en de gevoelens van onzekerheid gaan veel verder. Charlie zoekt naar houvast. De risico’s voor polarisatie waren al snel duidelijk, ondanks alle oproepen tot gematigdheid. Daar legt Todd de vinger op, beter gezegd, daar hakt hij met de botte bijl op.
Veel mensen zullen boos worden om deze analyse, of die als ridicuul van de hand wijzen. Dat laatste is te makkelijk. Je kan beter een keer te vaak waarschuwen voor dit soort verschijnselen, dan een keer te weinig.
Geen reacties