Mijn vriend Luc Panhuysen heeft in dit prachtige en kloeke boek een heel breed beeld van het rampjaar geschetst. De persoonlijke verhalen van drie hoofdpersonen, de diplomaat Godard Adriaan, zijn vrouw Margaretha Turnor en hun zoon, de militair Godard, zijn op een hele slimme manier gemengd met de algemene geschiedenis van de Republiek. De drie, die onderling driftig correspondeerden, waren nauw verbonden, maar ondergingen zeer verschillende ervaringen in dit rampjaar. Rampjaar staat op de shortlist voor de Grote Geschiedenisprijs en is opvallend genoeg het enige van de vijf geselecteerde werken die geen biografie is.
Recensie: Luc Panhuysen Vroeger hadden vaderlandse geschiedenissen steevast minstens tien delen, met meerdere contributanten die allen nadrukkelijk `professor’ voor hun naam hadden staan. Het waren boekwerken met het gewicht van een instituut, waarvoor de fine fleur van elk tijdvak was ingeschakeld en die de geschiedenis omvatte tot in haar kleinste zijpaden. Er worden nog steeds geschiedenissen van Nederland geschreven, maar niet meer door de universitaire keurtroepen. Ook zijn ze ééndelig, bijna draagbaar. Het meest bekend is het boek van Gerlof Verwey, een man die zich na een carriere in het bankwezen zette aan het schrijven van het in 1976 uitgekomen Nederland, levensverhaal van zijn bevolking. Dit boek beleeft nog steeds herdrukken. Onlangs verscheen verscheen Nederland, de vaderlandse geschiedenis van prehistorie tot nu door Han van der Horst. Van der Horst is werkzaam bij het Nuffic, de Nederlandse organisatie voor internationale samenwerking in het hoger onderwijs en heeft slechts één andere titel op zijn naam staan: The Low Sky. Understanding the Dutch, een boek voor buitenlanders om Nederland te leren begrijpen
Het laatste boek van mijn goede vriend Luc. Al eerder in hoofdstukken gelezen. Maar het is veel beter om het als geheel te lezen. Het is erg goed geschreven, soms zelfs een beetje geromantiseerd. Maar die literaire vrijheid is toch beter te verteren dan de stramme academische houding van veel Nederlandse historici.
Dit is een verhalende, maar ook analytische geschiedenis van de eerste decennia van New York als kolonie. Als Nederlandse, multi-etnische kolonie, wel te verstaan. Russell Shorto is ervan overtuigd dat de Nederlandse oorsprong een van de belangrijkste invloeden is geweest op de ontwikkeling van New York, en daarmee van de hele Amerikaanse cultuur. Dit is een tegenpool geweest van de Engelse puriteinse geest die in Nieuw Engeland overheerste.