Dit is een verhalende, maar ook analytische geschiedenis van de eerste decennia van New York als kolonie. Als Nederlandse, multi-etnische kolonie, wel te verstaan. Russell Shorto is ervan overtuigd dat de Nederlandse oorsprong een van de belangrijkste invloeden is geweest op de ontwikkeling van New York, en daarmee van de hele Amerikaanse cultuur. Dit is een tegenpool geweest van de Engelse puriteinse geest die in Nieuw Engeland overheerste.
Dat is een aantrekkelijke stelling en ook wel overtuigend, in die zin dat naast puriteins de Verenigde Staten ook veel meer zijn, waaronder tolerant, extreem etc. Of die invloed nu alleen of vooral aan de Nederlanders die enkele tientallen jaren de baas waren op Manhattan is de vraag.
Shorto is een fan van Barbara Tuchman en dat is te merken in de manier waarop hij zijn werk opvat. Het bevat vele verhalende elementen, die vaak levendig zijn. Het boek is zeker niet saai, maar lijdt hier en daar aan een overdaad van detaillering. Dat houdt het verhaal op, maar dit is een opmerking van een ongeduldige lezer.
Maar Shorto houdt het niet gemakzuchtig bij verhalen over indianen, kolonisten en geld. Hij duikt ook in de achtergronden van de Nederlandse expansie, de Engelse burgeroorlogen, de grenzen van de tolerantie in Amsterdam en Nieuw Amsterdam. Daarmee maakt hij het wel veel rijker dan een oppervlakkig verhaaltje. Het verhaal over hoe de kolonisten onder leiding van Adriaen Van der Donck zich teweer stelden tegen de behoorlijk rigide Stuyvestant is erg goed onderzocht en uitvoerig gedocumenteerd.
Het verhaal dat Manhattan geruild werd tegen Suriname klopt overigens niet. De Engelsen veroverden Nieuw Amsterdam en de Nederlanders Suriname. Ze waren allebei tevreden met hun veroveringen.
Shorto schreef ook over Descartes in Nederland en een pamfletachtig boekje met Geert Mak.
Een reactie
geschiedkundig absoluut een verreiking van de geschiedenis.
De waarheid is belangrijker dan het verhaal dat een geschiedenis schrijver heeft geschreven uit het oogpunt van propoganda. Zie 1799 het Nederlandse koningshuis was weer vertrokken en niet aanwezig toen in Noord Holland de Russen en de Engelsen tegen de Fransen vochten