Waar verschillende religies naast elkaar bestaan, ontstaan spanningen. Dat was vroeger zo, en dat is nu niet anders. Dat was de boodschap van de afscheidsrede van hoogleraar Nederlandse geschiedenis Piet de Rooy, die in een uitgebreidere versie als boekje is verschenen.
De omgang met godsdienstige verschillen in Nederland in de afgelopen vier eeuwen was geen rustig terrein. De Rooy beschrijft vooral beperkingen, strijd en hatelijkheden. De protestanten gunden andere gelovigen weinig ruimte. De veel geroemde Nederlandse tolerantie was vaak ver te zoeken.
Maar in vergelijking met een aantal andere landen was het relatief vreedzaam. Er zijn geen religieuze oorlogen gevoerd, maar dat heeft veel moeite gekost. Vooral de katholieken werden lange tijd gewantrouwd. Protestanten twijfelden aan de vaderlandslievendheid van katholieken. Processies waren verboden. Er was onder de protestanten angst dat de katholieken zich sneller zouden voortplanten. Opvallend dat dergelijke demografische angsten nu de kop opsteken als het om moslims gaat.
De scheiding van kerk en staat, die in de negentiende eeuw zou zijn ingevoerd, wordt vaak gezien als de oplossing van de problemen rond religie. Maar volgens De Rooy is er geen sprake geweest van zo’n duidelijke scheiding. De staat, met name de koning, bleef zich intensief met religie bezighouden. En terwijl de staat en de kerk meer gescheiden werden, werden de natie en religie meer één. De staat werd neutraler, maar werd uit bepaalde domeinen geweerd, met name uit het onderwijs. Daar kreeg religie vrij spel. En mede daardoor ontstond een vrij verstikkend verzuild klimaat.
Eén ontwikkeling ging razendsnel: de ontkerkelijking in de jaren vijftig en zestig. Met het Tweede Vaticaans concilie ging bij de katholieken het deksel van de ketel. “Het georganiseerde geloofsleven verloor het geloof in zichzelf,” aldus De Rooy.
Die sterke ontkerkelijking leidde uiteindelijk tot ‘modern onbegrip’ voor religieuze gevoelens. En dat levert ook problemen op.
Hier aan is te zien dat De Rooy een zeer fijne lijn probeert te bewandelen. Aan de ene kant kijkt hij kritisch naar het religieuze verleden, aan de andere kant staat hij afwijzend tegenover het moderne, fanatieke secularisme. Het is dus niet verwonderlijk dat De Rooy een van de gesprekspartners en inspiratiebronnen was van toenmalig burgemeester Job Cohen.
Deze houding is uiteraard actueel vanwege de opkomst van de islam in het westen. Nederland wordt weer geconfronteerd met spanningen. De les uit de geschiedenis is volgens De Rooy dat een samenleving met meer religies geen plaats is vol interessante ontmoetingen, maar een strijdperk, waarin om voorrang of zelfs overheersing wordt gestreden. Hij ziet dat ook zo in de verhouding met de islam, waarover hij vrij somber is. De overheid moet die spanningen proberen te beperken, adviseert De Rooy.
De Rooy suist in dit boekje van zo’n zeventig pagina’s door een complexe geschiedenis van ruim vierhonderd jaar. Zijn wrevel over het gebrek aan kennis over het verleden is duidelijk. Veel vooronderstellingen en mythes over Nederland worden hier in zeer kort bestek aangepakt. Waardevol voor iedereen die zich graag uitspreekt over dergelijke kwesties.
Piet de Rooy, Openbaring en openbaarheid. (2009)
Een reactie
door de geschiedenis suizen
dank, Addie, ik begin binnenkort aan de tweede productie periode van Reformation, mijn nieuwe film die in het Nederlands nog Donderpreek heet. Via jouw boekbesprekingen te orienteren in het grassige fundamentalisten land zonder boekenwinkels maar goddank internet zodat ik ook eens boekenstrijd kan surfen,
XX