De democratie staat onder druk. Althans, een deel van de bevolking is ontevreden met de huidige vorm van democratie. Dat is het uitgangspunt van De black box democratie van Dilara Bilgiç. Ze stelt een grondige verbouwing voor van de staatsinrichting van Nederland. En dat in een boekje van ruim 100 pagina’s.
Wat is precies het probleem van de democratie? Bilgiç begint met de uitspraak van Geert Wilders over het ‘nepparlement’. Het parlement houdt er andere meningen op na dan het gros van de bevolking. In ieder geval een deel van de bevolking is ontevreden, stelt Bilgiç.
In haar speurtocht naar de oorzaken gaat ze te rade bij allerlei filosofen en denkers, van Plato tot David van Reybrouck. Ze gaat in op wat ‘waarheid’ is. Is dat wat overeenkomt met de werkelijkheid? Of is de waarheid dat wat nuttig is voor een bepaald doel? Ze verwijst naar Donald Trump, die ziet wat hij wil zien. De ambitie van de auteur is om deze beide visies te verenigen. Dat kun je ambitieus noemen.
Koningin Wilhelmina
Verkiezingen zijn voor haar niet de oplossing, eerder een onderdeel van het probleem. Ze vertrouwt liever op lotingen, zoals David van Reybrouck ook betoogde in zijn pamflet Tegen verkiezingen. (De kritiek hierop behandelt ze helaas niet.)
De tekst van Bilgiç deed me af en toe denken aan de geschriften van Nederlandse politici en denkers uit de tijd rond het einde van de Tweede Wereldoorlog. Ook zij toonden onvrede over het partijpolitieke gedoe, de verdeeldheid, de constante ruzies. Bilgiç heeft het over een ‘partijtje touwtrekken’. Waar was het algemeen belang, zo vroegen bijvoorbeeld koningin Wilhelmina en vele anderen zich af. En dat doet Bilgiç ook.
Zwarte dozen
Ze ontwikkelt een heel nieuw systeem, met een Beleidskamer (maakt beleid), een Volkskamer (keurt dat beleid goed of af) en een regering die strikt uitvoerend is. Voor een groot deel worden deze organen gevuld door middel van loting. Dat bevordert de participatie van burgers en daarmee het draagvlak.
Ze noemt dit de Black Box Democratie, vanuit het idee dat in de luchtvaart na ongelukken wordt geleerd door de gegevens uit de zwarte dozen te analyseren. Zo moet ook de democratie leren van mislukkingen en niet op zoek gaan naar schuldigen. De beeldspraak vind ik echter niet zo gelukkig: de black box staat voor mij ook voor een ondoorzichtig systeem. En dat klopt voor een deel ook. In tegenstelling tot verkiezingen zijn lotingen in feite ondoorzichtig. Je weet nog minder wie je krijgt. In dit systeem wordt niet gekozen voor vertegenwoordigers, alleen voor onderwerpen.
Afkeer van politiek
In dit boek zit een afkeer van ‘de politiek met de kleine p’, van politieke partijen en hun tegenstellingen. Er is geen plaats voor fracties op basis van ideeën in de nieuwe Kamers. Er is geen plaats voor ideologie, voor wereldbeelden waarop mensen hun politieke wensen baseren. Het lijkt daarom technocratisch, uitgaande van het idee dat er voor elk probleem een redelijke oplossing is, waarover iedereen het eens kan worden, als er voldoende informatie beschikbaar is. Daarmee wordt de politiek niet meer het domein van keuzes tussen verschillende waardes, maar van recepten die zo goed mogelijk moeten worden toegepast.
De black box democratie zal zeker niet binnenkort ingevoerd worden, er is niemand die dat denkt. Toch is het interessant dat mensen proberen een alternatief systeem te ontwikkelen. Dat zet de huidige keuzes op scherp. Is de democratie zoals die de afgelopen 150 jaar is ontwikkeld nog wel van deze tijd? Welke aanpassingen zijn mogelijk? Daarom is het goed dat iemand zo een rigoureuze verbouwing voorstelt.
Haar aanpak heeft voordelen, maar ook nadelen. Afgezien van het genot van het aanschouwen van het politieke ‘getouwtrek’ (dat je ook vreselijk kunt vinden), geeft politieke keuze ook een invulling aan identiteit. Liberale, socialistische en christendemocratische stromingen staan in een eeuwenoude traditie. Ze geven een aantal fundamentele benaderingen weer van het goede leven, de gewenste inrichting van de samenleving. Dat zo maar proberen weg te vegen, lijkt onverantwoord en is misschien wel onmogelijk.
Nog een noot over de auteur: Dilara Bilgiç is in 2002 gebren in een voornamelijk Koerdische stad in Turkije. In 2004 kwam ze als vluchteling naar Nederland. ‘De conflicten in de politiek werden overgeheveld naar de maatschappij, wat ons gezin er uiteindelijk toe dwong te vluchten’, schrijft ze. Dat kan een deel van de afkeer van de politieke strijd verklaren. Dit boek maakte ze rond haar afstuderen aan het gymnasium. Dus wie weet gaan we nog veel meer van haar horen. De basis is er.
Geen reacties