A world without work – Daniel Susskind

december 14, 2020

Al weten we niet exact wanneer, maar machines gaan steeds meer werk van ons overnemen, stelt econoom Daniel Susskind. Ons idee van wat werken is, moet daartoe veranderen.

Deze recensie verscheen op 1 februari 2020 in NRC. 

De werkloosheid staat op een bijzonder laag peil. Zorg, onderwijs en bedrijven schreeuwen om werkkrachten. Maar dat kan binnen afzienbare tijd allemaal anders zijn, schrijft econoom Daniel Susskind in zijn boek A world without work. Machines gaan het werk doen, stelt hij met volle overtuiging.

De timing van zijn boek met deze uitgesproken titel is opvallend. En niet alleen vanwege die lage werkloosheidscijfers. Ook de recente hype over machines die het werk overnemen, is alweer over zijn hoogtepunt heen. Ergens rond 2013 kwam het idee op dat in het ‘tweede machinetijdperk’ niet alleen banen van laagopgeleiden, maar ook die van hogeropgeleiden door slimme apparaten zouden worden overgenomen.

De afgelopen jaren zijn de verwachtingen daarover bijgesteld. Zo sterk zal dat effect niet zijn, is de conclusie van recentere studies. De ‘slimme’ systemen blijken minder slim dan verwacht en veel mensenwerk is ingewikkelder dan gedacht.

Geleidelijke taakerosie

In verhalen over oprukkende technologie werd vaak het beeld getoond van een robot die op de stoel van de werknemer gaat zitten. Volgens Susskind is de fixatie op dergelijke systemen een misvatting. De belangrijke ontwikkeling is niet dat computers of robots hele banen overnemen, maar dat ze bepaalde taken uitvoeren. Die task encroachment, te vertalen met taakerosie, gaat geleidelijk.

Wel is het terrein waarop dat gebeurt breder geworden. Naast fysieke taken, zoals in de industrie, kunnen ook kennistaken, zoals in de dienstverlening en het onderwijs, en zelfs emotioneel beladen taken, zoals in de zorg, worden overgenomen. Susskind wijst op de zorgrobots in het vergrijzende Japan en de massale online-colleges. Uiteindelijk leidt die uitholling in de komende decennia tot verlies aan banen.

De auteur heeft veel vertrouwen in de vaardigheden van dit soort machines. De soms overdreven claims van de bedenkers ervan neemt hij wat kritiekloos over. Maar tegen het idee dat machines in de toekomst meer kunnen, valt niet zoveel in te brengen. Dat de trend om menselijke arbeid te vervangen door machines zal doorgaan, ligt voor de hand. De vraag is vooral in welk tempo dat gebeurt en, nog minder makkelijk te voorspellen, hoe samenlevingen daarmee omgaan. Dat is de urgente vraag van dit boek.

‘Technologische werkloosheid’

De oude Grieken filosofeerden al over machines die het werk zouden doen. In recentere tijden introduceerde econoom John Maynard Keynes het begrip ‘technologische werkloosheid’. En de machines kwamen ook. Maar doordat die de productie van goederen en diensten goedkoper maakten, nam de vraag toe. Arbeid die op de ene plek overbodig was, werd elders gevraagd. Zo gingen, grof gezegd, de boeren naar de fabrieken, en de fabrieksarbeiders of hun kinderen naar de kantoren.

Dat zal niet meer zo gaan, stelt Susskind. Want niet iedereen kan of wil het werk doen dat in de toekomst gevraagd wordt. En er komen misschien nieuwe economische activiteiten bij, maar ook die kunnen door machines worden uitgevoerd. Paarden, tot in de 20ste eeuw onmisbare arbeidskrachten, werden overbodig: dat kan ook met mensen gebeuren.

Voor sommigen is dat einde aan werken een heerlijk vooruitzicht. Diverse denkers en activisten hebben de afgelopen jaren een utopisch beeld geschetst van die situatie. Ze denken dat hardwerkende robots het mogelijk maken dat mensen verlost worden van zware arbeid en van armoede.

Susskind is heel wat minder optimistisch. Hij vreest dat ongelijkheid en machtsverschillen toenemen, omdat de opbrengsten van de machines naar een kleine groep gaan. Er moet dus iets gebeuren. De oplossing ziet Susskind, die eerder voor de Labour-premier Gordon Brown werkte, vooral in een grote overheid. Die big state moet de opbrengsten van de geautomatiseerde productie herverdelen, bijvoorbeeld via belastingheffing op kapitaal, en een voorwaardelijk basisinkomen voor wie buiten de boot valt. In tegenstelling tot het universele basisinkomen moet daar een prestatie tegenover staan. Wat die moet zijn, laat hij open.

‘Werk is het nieuwe opium’

Pas aan het eind van zijn boek gaat Susskind in op werk als zingevende activiteit. Die bepaalt voor veel mensen hun identiteit. Sterker nog, ‘werk is het nieuwe opium’, is zijn variant op het oordeel van Karl Marx over religie. Werk geeft velen plezier, maar verdooft ook. We zijn niet meer gericht op andere activiteiten die betekenis kunnen geven, stelt hij. En dat zou wel moeten. Dit interessante deel van zijn boek had hij verder kunnen uitwerken.

Het beeld van de toekomst dat Susskind schetst is niet bijzonder positief, eerder licht dreigend. Hij geeft toch een afgewogen visie, zonder door te schieten in euforie over de voordelen van technologische vooruitgang of af te dalen naar een dystopie waarin de robots ons overheersen.

Het is de vraag of de redding van een grote overheid moet komen, zoals hij voorstelt. Niettemin is het van belang te beseffen dat technologische veranderingen ons niet overkomen, maar een gevolg zijn van allerlei keuzes.

 

Lees ook over het boek van Jamie Susskind, Future politics.

(Visited 133 times, 1 visits today)
Samenvatting
Review Date
Boektitel
A world without work - Technology, automation and how we should respond - Daniel Susskind
Waardering
41star1star1star1stargray

Geen reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.