Is Meer een poging mensen te overtuigen of is het een geloofsbelijdenis? Er staan tal van argumenten in voor de zaken die de verschillende auteurs bepleiten, zoals meer geluk, vernuft en vrijheid. Maar het eerste hoofdstuk heet: ‘Wie gelooft er nog in de vooruitgang?’. ‘De vooruitgang’, dat veronderstelt dat er een manier van vooruitgang is. Even verderop staat: ‘Als we doorzetten op het pad van vooruitgang en modernisering dan leeft over een paar decennia de hele wereld het goede leven.’ Er is het pad om te volgen, een vaststaande methode die zich in het verleden bewezen heeft, volgens de auteur, en die we moeten blijven volgen, ook al veranderen de omstandigheden. Tenminste, als ‘de wereld’ bij ‘het goede leven’ uit wil komen. Dit gebruik van grote, vage woorden (er is zelfs sprake van een geletterde planeet) duidt op een vastliggende overtuiging die niet van de juiste weg wil afwijken.
Het recept van de vooruitgang is goed voor iedereen en alles. Zo lijkt het. Maar verderop in de bundel biedt het begrip minder houvast.
Ratio, vrije handel, globalisering en industrialisering
Dit boek is een bundel van artikelen die gemeen hebben dat ze voor ‘meer’ pleiten, maar verder verschillen ze nogal. Toch lijkt er een kernargument te zijn: de ratio, vrije handel, globalisering en industrialisering hebben geleid tot een betere wereld. Dat laatste is op zijn minst op te vatten als een betere wereld voor mensen om in te leven, maar de claim strekt zich uit tot de natuur. Hoe rijker we worden, hoe minder we de natuur belasten. En die betere toestand is niet alleen materieel, maar gaat ook over hoe mensen zich voelen.
Nu is dit geen nieuwe boodschap. Het vooruitgangsdenken, in diverse vormen, is in het Westen vanaf de 19e eeuw bepalend geweest en is dat voor een groot deel nog. Die historische dimensie ontbreekt helaas. Mede daarom kunnen de auteurs zich voordoen als een kleine clubje dat van links en rechts bedreigd wordt.
Want de westerse mens gelooft niet meer in vooruitgang, althans onvoldoende, is de stelling. Maar is dat zo? In de inleiding worden opiniepeilingen aangehaald waarin een minderheid zegt dat het de goede kant op gaat in hun land. Toch is dat iets anders dan een verlies aan geloof in het idee van vooruitgang, het is het gebrek aan vertrouwen dat het in deze situatie, op dit moment, beter gaat. Deze mensen (en de opiniepeilers die dergelijke vragen stellen) zijn juist door het idee van vooruitgang bevangen, maar teleurgesteld in de werkelijkheid. Dat ziet de auteur ook wel. Maar hij doet daar niet veel mee; hij en andere auteurs blijven afgeven op het ‘westerse pessimisme’.
Goed en slecht nieuws
Voor de voorstanders van ‘meer’ is er goed en slecht nieuws. Het goede nieuws is dat ze voor een groot deel al hun zin krijgen. ‘Economische groei is de oplossing, niet het probleem’ schrijft Sebastien Valkenberg, in een kenmerkende zin.
Maar dat is preken voor de bekeerden. Economische groei is een, zo niet het belangrijkste doel van regeringsbeleid, in Nederland, maar ook elders. Het onlangs in Nederland opgerichte fonds van 20 miljard euro moet vooral bijdragen aan economische groei. Ondanks alle pogingen om tot een ‘breder welvaartsbegrip’ te komen, is het bbp nog een belangrijke maatstaf.
Er is ook slecht nieuws vanuit het groeiperspectief: de economische groei in de westerse wereld is structureel lager dan in het verleden. En het is de vraag of daar binnenkort verandering in komt.
Hetzelfde zou je kunnen zeggen van technologie, een ander fundament van veel vooruitgangsdenken. Tech staat al in het centrum van de belangstelling, al kan er uiteraard altijd meer geld heen. Maar het is de vraag of technologische ontwikkelingen binnen korte tijd heel veel gaan bijdragen aan de oplossingen van wereldproblemen. De makkelijke en ingrijpende vindingen zijn gedaan, en de kans op baanbrekende ontdekkingen is geringer. Het was aardig geweest als de auteurs waren ingegaan om het perspectief van de vertraging van bijvoorbeeld technologische ontwikkeling, dat geograaf Danny Dorling heeft aangedragen. Tegenover het idee van ‘meer’ stelt hij de opvatting dat veel zaken, zoals economische en technologische ontwikkeling, juist langzamer gaan.
En tegenover het idee dat meer welvaart tot meer natuur leidt, staan de rapporten van de VN en het Wereld Natuur Fonds over de afname van biodiversiteit.
Neoliberale ideologie
De vooruitgangsdenkers voelen zich eenzaam, want er is verzet van links en rechts. ‘Rechts’ is volgens Hidde Boersma vooral bezig met het behoud van het bestaande en wordt dus gelijk gesteld aan conservatief. Die indeling negeert de rol van liberaal rechts (in Nederland niet beperkt tot de VVD), dat de afgelopen decennia juist de vrije handel, globalisering etc. heeft bevorderd. In de rest van het boek komt conservatief rechts nauwelijks terug: de boosdoeners zijn met name Greenpeace en de Club van Rome. Die hebben het idee van ‘meer’ in een kwaad daglicht gesteld door technologische ontwikkelingen te blokkeren en ‘grenzen aan de groei’ voor te stellen. Deze organisaties zorgen voor bij bepaalde auteurs voor veel opwinding, waardoor hun redeneringen niet altijd even zuiver blijven. (Nee, het was niet alleen Greenpeace dat de veelbelovende ‘gouden rijst’ tegenhield en de Club van Rome beheerste misschien een tijd het debat, maar veranderde niet ‘alles’).
Er is wel een opvallende ontwikkeling gaande bij de vooruitgangsdenkers. Waar mensen als Steven Pinker en Johan Norberg nog onomwonden pleiten voor meer marktwerking en kapitalisme, is de houding in deze bundel anders. Er is een uithaal naar de ‘neoliberale ideologie’ en er zijn pleidooien voor meer overheidsinnovatie, meer ruimtelijke ordening, zelfs voor meer betutteling. Een pleidooi voor meer vrije markt staat niet in dit boek. Dat past uiteraard in de tijdgeest, waarin de staat aan een ‘terugkeer’ bezig is. De staat moet volgens sommige auteurs dus wel grenzen stellen. Het pleidooi voor de invoering van een vlees- en suikertaks uit het laatste hoofdstuk had net zo goed in een bundel ‘Minder’ kunnen staan. Het idee van de overvloed uit de ondertitel is dan ver te zoeken. Is er in deze kringen sprake van voortschrijdend inzicht?
Meer feesten
Maar goed, iedereen is wel voor ‘meer’ van het een of ander: meer gendergelijkheid, meer feesten of meer snelwegen. Die verschillen zie je ook in deze bundel. De een pleit voor meer vrijheid, vooral vrijheid van meningsuiting, de andere voor meer overheidsingrijpen in het dagelijks leven, op basis van een totaal andere opvatting van vrijheid.
Het kernprobleem van deze bundel blijft dat vooruitgang een containerbegrip is. De vooruitgangsdenkers zullen er mee moeten leren leven dat er niet een concept van het goede leven is, niet één pad naar de oplossingen van alle problemen, dat ‘de vooruitgang’ niet bestaat, maar een idee-fixe is dat nagejaagd wordt maar nooit bereikt.
Geen reacties