Na de Tweede Wereldoorlog lag Duitsland in puin. Miljoenen mensen waren op de vlucht. Anderen zaten in krijgsgevangenschap, waren gedood of gewond. Het land werd bezet door vier verschillende landen, die aanvankelijk niet veel interesse toonden in herstel van de orde of de economie. De Duitsers stonden er alleen voor, iedereen moest voor zichzelf opkomen. Het was de Wolfszeit. Harald Jähner heeft een prachtig beeld geschetst van die ruige tijd. Hij richt zich op de ervaringen van de Duitsers, niet op de grote politiek van de bezettingsmachten of de politieke partijen. Hij schrijft over woningen, de voedselvoorzieningen, de ruilhandel en de wilde feesten. De prominente rol van vrouwen – veel mannen waren immers gesneuveld, gewond of krijgsgevangen gemaakt – komt uitvoerig aan bod. Nu moesten de vrouwen de maatschappij draaiend houden, met als visueel uithangbord de bijna mythologische Trümmerfrauen, die letterlijk het puin ruimden. Tot een blijvende verandering van de verhoudingen tussen de geslachten leidde dat echter niet. De tijd tussen 1945 en 1955 kende veel ontberingen en armoede, maar ook veel vrijheid. Er werd een uitlaatklep gevonden voor de onderdrukking en angsten van de tijd daarvoor, van de nazi-staat en de oorlog. Huwelijkse hygiëne Bijzonder is het verhaal van…
Iets na de helft van Grote verwachtingen heeft Geert Mak een ‘intermezzo’ ingelast. Hier komt hij, nog duidelijker dan in de andere hoofdstukken, zelf aan het woord, over zijn woonplaatsen Amsterdam en Friesland. Het is een weemoedig stemmend hoofdstuk. Een gevoel van verlies, het verdwijnen van een aantrekkelijke omgeving, van een ‘thuis’, staat centraal in zijn eigen ervaring. “Mijn oude Amsterdam loste langzaam op,” schrijft Mak. Want de hoofdstad is onder de voet gelopen door massatoerisme, het slachtoffer van internationalisering die geen variatie, maar juist eenvormigheid oplevert. Het is voor iemand die in Amsterdam woont herkenbaar en waarschijnlijk voor andere Nederlanders ook een bekend verhaal. Maar ook Friesland ontkomt niet aan veranderingen. En dat zijn geen verbeteringen. In die provincie werd de schaalvergroting – in de landbouw, maar ook in het onderwijs, – merkbaar. ‘Het land is volgepompt met stront’ en de klimaatverandering slaat toe. De natuurlijke omgeving verandert, verslechtert. Mak schrijft vermakelijk over het opgeklopte circus rond Leeuwarden als Culturele Hoofdstad van Europa, met veel marketing en prietpraat. Uiteindelijk werd het dankzij de Friezen toch een mooi feest. Blokkeerfriezen In de ‘cultuurstrijd’ rond Zwarte Piet neemt hij opmerkelijk stelling. De voorvrouw van de ‘blokkeerfriezen’ krijgt van hem een welwillende…
In dit ambitieuze werk past de academische omnivoor Diamond Jared inzichten uit de psychologie toe op nationale crises in het verleden, heden en toekomst. Hij identificeert in Omwenteling twaalf factoren die bepalen of een land succesvol met een crisis omgaat. Dan gaat het bijvoorbeeld om de erkenning van de crisis, de acceptatie van de eigen verantwoordelijkheid daar iets aan te doen, de steun van andere landen en het afbakenen van de problemen. Net als personen kunnen landen beter of slechter uit een crisis komen. Zijn ‘blauwdruk van twaalf factoren’ past hij vervolgens toe op Finland, Chili, Indonesië, Duitsland, Japan en Australië. Die landen koos hij omdat hij er zelf een band mee heeft. Veelvuldig maakt hij gebruik van zijn contacten in die landen, bijvoorbeeld als hij de meningen van zijn Chileense vrienden over dictator Pinochet weergeeft. Die selectie en het gebruik van deze bronnen geeft het boek een persoonlijk tintje, maar het heeft ook iets willekeurigs. Ieder van die landen is een voorbeeld van een of meer van de psychologische factoren die hij eerder heeft aangewezen. Zo was Finland realistisch als het ging om de verhouding met de Sovjet-Unie, kwam Duitsland na de Tweede Wereldoorlog in het reine met zijn…
Het tij keren, het boekje van Joke Hermsen over Rosa Luxemburg en Hannah Arendt is een hit. Het staat al weken in de bestsellerslijsten. Maar er iets iets vreemds mee aan de hand. Want de Rosa Luxemburg die uit het werk van Hermsen naar voren komt als een vreedzame, liberale en progressieve denker is niet de Rosa Luxemburg van de vorige eeuw die opriep tot revolutie en gewapende strijd. Voor wie niet met haar bekend is: Rosa Luxemburg was een van de kopstukken van de socialistische beweging uit het begin van de twintigste eeuw. Van oorsprong was ze Pools, maar ze was vooral actief in Duitsland. Ze schreef boeken als aanvulling en kritiek op de werken van Karl Marx, onder andere over de expansie van het kapitalisme over de wereld. Ze bewoog zich aan de linkerkant van de Sozialdemokratische Partei Deutschlands (SPD). Een echte scheiding met de meerderheid van de partij kwam bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog, toen Luxemburg zich verzette tegen het steunen van de oorlog door de parlementaire fractie van de SPD. Ze bracht bijna de hele oorlog achter tralies door. “Wie was deze Rosa Luxemburg, die de geschiedenis als ‘Rode Rosa’ is ingegaan en…
Moellah Omar, de leider van de Taliban, was niet de grote terrorist waar het Westen hem voor hield. Zijn band met Al Qaidaleider Osama bin Laden was veel minder nauw dan we denken. En het talibanregime was geen middeleeuwse schrikbewind, maar een poging om recht en orde te herstellen in een door burgeroorlog verscheurd land. Dat zijn de conclusies waar Bette Dam in haar boek Op zoek naar de vijand naar toewerkt. De belangrijkste stelling van het boek over moellah Omar komt kernachtig tot uitdrukking in de ondertitel: ‘het verhaal van een terrorist die een vriend wilde zijn’. Bette Dam heeft veel werk in dit boek gestoken en heeft paden betreden die andere journalisten en westerse militairen links hebben liggen. Dat heeft een verhaal opgeleverd dat zeker spannend en fascinerend is om te lezen. Maar haar bewijsmateriaal overtuigt mij niet helemaal. Dam wijst er terecht op dat Afghanistan een enorm gecompliceerd land is. De strijd die sinds 2001 woedt is er niet alleen een tussen de regering en de taliban, maar ‘een voortdurend conflict tussen allerlei groepen’. Er zijn krijgsheren, drugsbaronnen, stamoudsten, boze neven en andere groepen of leiders die slaags raken. De rivaliteit tussen stammen was en is belangrijk….
In 1666 werd Londen getroffen door een legendarisch grote brand. Dat jaar woedde ook nog de pest, die in 1665 was begonnen. Op zee vocht Engeland een oorlog uit met de Republiek der Verenigde Nederlanden. Koning Karel II was aan de macht, maar de onrust die was begonnen met de Engelse Burgeroorlog in 1640 was nog niet ten einde. De Brexit is er niets bij. In 1666 verscheen ook De stralende wereld van Margaret Cavendish, een opmerkelijk boek over een fantasiewereld waarin een keizerin aan de macht is die met aapmensen, vismensen en vele andere wezens over wetenschappelijke en filosofische thema’s spreekt. De auteur was Margaret Cavendish, een voormalige hofdame die met de markies van Newcastle was getrouwd. Cavendish verkeerde in wetenschappelijke kringen, ging (een beetje) om met filosofen als René Descartes en Thomas Hobbes. In de Angelsaksische wereld is ze de laatste jaren herontdekt. Maar in Nederland is ze ‘relatief onbekend’, schrijft vertaler Thomas Heij in de inleiding met gevoel voor understatement. Ik had in ieder geval nog nooit van haar gehoord. Cavendish deed veel dingen als eerste vrouw: de eerste vrouw die het wetenschappelijke genootschap de Royal Society bezocht, de eerste die onder eigen naam wetenschappelijke verhandelingen publiceerde….
Dit is het verhaal van een held. Jan Zwartendijk, consul in Litouwen, redde in de Tweede Wereldoorlog duizenden Joden het leven door ze een visum voor Curaçao te geven. Zo konden ze via de Sovjet-Unie en Japan vertrekken. De bescheiden Zwartendijk werd tijdens zijn leven niet beloond of geroemd voor zijn daden. hij kreeg zelfs een reprimande van Buitenlandse Zaken omdat hij zich niet aan de regels had gehouden. Ook een Yad Vashem-onderscheiding kreeg hij aanvankelijk niet. In dit boek onderzoekt Jan Brokken op minutieuze wijze wat Zwartendijk heeft gedaan, in samenwerking met anderen, onder wie de Japanse consul in Litouwen. Hij beschrijft alles zeer sfeervol en heeft zaken zeer nauwkeurig onderzocht. Daarbij balanceert hij vaak op de rand van geschiedenis en literatuur. Brokken beschrijft ook het lot van een tamelijk groot aantal van de overlevenden en van andere betrokkenen, die voor een deel in China terecht kwamen. Daarbij heeft hij weinig maat gehouden. Zelfs de pianoleraar van de Poolse ambassadeur in Japan komt op een gegeven moment in het verhaal voor.
Historici deinzen de laatste tijd niet terug voor de grote greep. En dat levert fraaie resultaten op. Denk bijvoorbeeld aan Harari of Scheidler. De Belgische historicus Jonathan Holslag houdt zich ook niet bezig met een klein voorval of een detailstudie. Hij beschrijft maar liefst 3000 jaar politieke geschiedenis in zijn boek Vrede en oorlog. Het is een ambitieus, maar ook toegankelijk werk geworden met een zeer brede insteek. Holslag, bekend van eerdere werken over Europa en China, heeft hier inderdaad bijna een wereldgeschiedenis van gemaakt. Eurazië speelt de hoofdrol. In veel mindere mate komen de Amerika’s aan bod. Sub-sahara Afrika en Australië blijven bijna geheel buiten beschouwing, maar daar woonde lange tijd bijna niemand en daar zijn weinig bronnen van. Het gaat hier om grote politieke eenheden die vaak streefden naar machtsuitbreiding. Een eurocentrische blik volstaat niet. En dat is terecht, want zoals Holslag schrijft, begon de westerse overheersing pas echt vanaf 1750. Lange tijd was zeker het noordwesten van Europa een nauwelijks relevante uithoek van het strijdtoneel. Bijzonder is ook dat het recente verleden niet bevooroordeeld wordt. Ieder tijdvak van 250 jaar vanaf 1000 BCE (before common era) krijgt ongeveer evenveel pagina’s. Wie wat van de huidige internationale betrekkingen…
De Israëlische historicus en toekomstverkenner Yuval Noah Harari schreef drie zeer succesvolle boeken over het verleden (Sapiens), het heden (21 Lessen) en de toekomst van de mensheid (Homo Deus). Hier stel ik de boeken kort voor en verwijs je naar de uitgebreidere besprekingen op boekenstrijd.nl. Ook kan je via deze pagina de boeken kopen.
Vijfduizend jaar geleden werd de aanzet gegeven voor de vernietiging van de natuur, de onderdrukking en gewelddadige dood van tientallen miljoenen mensen en de vervreemding van nog veel meer mensen. Wat wij beschaving noemen, is een grote machine die steeds meer verslindt. De landbouw, het schrift en het bewerken van metaal waren stappen van de mensheid, maar vooral stappen achteruit. Er kwam een systeem op gang die leidde tot kolonisering, genocide, onderdrukking en ecologische catastrofe. Zo schetst historicus en filosoof Fabian Scheidler in de eerste pagina’s van zijn boek de opkomst van ‘de megamachine’. Dat is het wereldwijde economische, financiële, sociale systeem dat als een machine lijkt te werken. Die machine berust op fysieke macht, structureel geweld en ideologische macht. De macht van het lineair denken Een sterk punt aan dit boek is de aandacht voor de wisselwerking tussen fysieke macht (vaak door politieke organen uitgeoefend), de structurele economische factoren en de ideeën, de cultuur, de rechtvaardiging van de macht. Ieder op zich is niet voldoende, ze hebben elkaar nodig om als machinerie te kunnen werken. Hij maakt onder andere gebruik van het werk van Immanuel Wallerstein en Michael Foucault. Maar er is nog een vierde, nog fundamentelere macht: die…