Occidentalism – Ian Buruma en Avishai Margalit

februari 17, 2008

occidentHet begin van de eenentwintigste eeuw wordt voor een groot deel gekenmerkt door de uitdaging van het westen door de politieke islam en de reacties daarop. Hoe deze strijd, die zich op cultureel, politiek, militair en justitieel vlak afspeelt, geduid moet worden is het onderwerp van dit al wat oudere boek van de Brits-Nederlandse schrijver Ian Buruma en de Israëlische filosoof Avishai Margalit.
Deze strijd heeft in ideologisch opzicht een lange voorgeschiedenis, betogen de twee, en gaat terug tot de tijd van de Verlichting en de afwijzende reacties daarop. Deze beelden en stereotypen zijn steeds weer terugvinden bij de geharnaste tegenstanders van het westen: de occidentalisten.

Buruma en Margalith grazen een groot deel van de wereldgeschiedenis af op zoek naar voorbeelden van hun stellingen. Een uitleg van de bijbel komt net zo makkelijk voorbij als een exposé over de ontwikkeling van Japan of de revolutie in China. Dat is fascinerend, maar soms ook wat vermoeiend. En niet altijd is het even overtuigend.

Eerst de grote lijn van het betoog. In de ogen van de occidentalisten (wat een rotwoord) is het westen oppervlakkig, materialistisch en ontworteld. Het ‘oosten’ is daarentegen spiritueel, holistisch en organisch. Het blijft niet bij deze tegenstelling, de kern van het occidentalisme is dat het westen als inhumaan wordt beschreven, waarmee de rechtvaardiging voor geweld wordt gegeven. En daarmee gaat het ook verder dan kritiek op de Amerikaanse buitenlandse politiek of zelfs antiamerikanisme.
Het verwerpen van het westen is niet links of rechts. Het kent een groot aantal uitlaatkleppen: romantisch, religieus, marxistisch, nazisme. Het is een uiting van de contra-verlichting en heeft een Europese oorsprong. Akkoord, maar toch wringt hier iets. Want is marxisme niet ook een kind van de Verlichting? Verlichting en contraverlichting, revolutie en contrarevolutie zijn innig verstrengeld, zoals de twee al schrijven. Dit boek is dan ook een iets rustigere variant op het thema dat John Gray aansnijdt in Al Qaida en de moderne tijd, waarin hij betoogt dat dit een moderne beweging is, en niet simpel weg een reactionaire club.

De stad is een van de stenen des aanstoots voor de haters van het westen. Niet iedere stad, maar de stad waar de burger vrij is, allerlei bevolkingsgroepen door elkaar heen leven en waar alles te koop lijkt, zelfs de liefde. De prostituee is het symbool ervan. Deze steden roepen vernietingsdrift op, die al ouder is dan het westen, zie de toren van Babel in Genesis.
De westerling die in dergelijke steden leeft is een watje, niet bereid om te sterven voor zijn idealen maar verknocht aan comfort en materiële welvaart. De tegenstanders daarentegen streven een heroïsch, bewogen leven na en zijn niet bang om te sterven. Dat zou deze tegenstander een enorme voorsprong geven en de westerlingen aan het twijfelen kunnen brengen. Als ze zover willen gaan, dan moeten ze wel erg overtuigd zijn van hun gelijk. Nu merken de schrijvers terecht op dat het westen een hoop oorlogen tegen de aanhangers van dergelijke doodscultussen heeft gewonnen.
Het verlichtings- en vooruitgangsdenken staat tegenover het romantische alternatief van verval, ondergang en verlossing, De ratio tegenover de wil. Het idee van vooruitgang is voor aanhangers van gemeenschapdenken bedreigend, want die ondermijnt de samenhang van tradiotionele samenlevingen.

Buruma en Margalit denken dat het onmogelijk is om de technologische verworvenheden van het westen over te nemen zonder de ‘subversieve’ ideeën die daarbij horen. Maar bijvoorbeeld China lijkt er aardig in te slagen. De paradox van het overnemen van westerse technologie en het afwijzen van het politieke systeem is al oud. Gaat het idee dat de twee onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn niet uit van de eventuele triomf van het westen? En waar is die overtuiging op gebaseerd?
Dat hangt samen met de ontkenning van Buruma en Margalit dat het liberalisme utopisch is. Maar al schilderen de meeste liberalen niet dezelfde fraaie vergezichten als het socialisme, heeft ook het liberalisme een utopische kant. Want dat is natuurlijk gebaseerd dat de grote wereldvrede uitbreekt als iedereen de liberale uitgangspunten deelt en dat belangentegenstellingen dan niet meer tot strijd, maar tot profijt voor iedereen leiden.

De schrijvers proberen een onderscheid aan te brengen tussen religieus en seculier occidentalisme, maar dat is niet heel scherp. Religieuzen kunnen claimen voor de hele mensheid op komen. Iedereen kan christen, moslim of hindoe worden. De seculieren, zoals de nazi’s of de nationalistische Japanners zagen maar één uitverkoren volk. Religie kan tot een volledig zwart-wit wereldbeeld leiden, waarin de strijd tussen goed en kwaad zal worden uitgevochten. Wie niet voor is, is tegen ons, zeg maar.
Islamisten kwamen met het idee dat westen in feite afgoderij is, barbaars, al is dat ook niet helemaal origineel. Ze citeren de radicale denker Sayyid Qutb: “het menselijk denken krijgt in het westen de status van God.”
Maar oorlog met islam of tegen georganiseerde religie is niet de oplossing. Die ligt eerder in het vasthouden aan tolerantie en het streven naar een open samenleving, aldus de conclusie van Buruma en Margalith.

Sommige mensen waren door lezing van dit boek verrast dat Buruma in zijn boek over de moord op Theo van Gogh niet volledig de kant van Ayaan Hirsi Ali koos. Want in dit boek verdedigt Buruma immers de westerse waarden waar ook Hirsi Ali voor strijd. Maar volgens mij sluiten de conclusies in de twee boeken nauw op elkaar aan. Buruma kiest steeds voor een genuanceerde opstelling.

(Visited 427 times, 1 visits today)
Samenvatting
Review Date
Boektitel
Occidentalisme. Het Westen in de ogen van zijn vijanden, Ian Buruma en Avishai Margalit
Waardering
41star1star1star1stargray

Geen reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.