Dood van een gezonde roker – Ian Buruma

september 1, 2006

burumarokerNederland stond niet in brand na de moord op Theo van Gogh. ‘ De meeste mensen hielden het hoofd koel,’ schrijft Ian Buruma relativerend. Juist de neiging van commentatoren, politici en ‘ wijsneuzen’ om op hoge toon te discussiëren zorgde voor een oververhitte sfeer, waarin incidenten enorm werden uitvergroot.

‘ Gekibbel’ en ‘ gekissebis’ bepaalden de stemming in Nederland, terwijl het op straat grotendeels rustig bleef. Buruma sprak met de kibbelaars en ging poolshoogte nemen in de wijken waar zijn gespreksgenoten over spraken, alsof hij hun woorden wilde controleren. Als Max Pam het Overtoomse Veld als een South Bronx beschrijft, gaat Buruma erheen. Hij vindt het er eerder triest dan gevaarlijk. Buruma relativeert, maar hij ziet wel degelijk dat in Nederland veranderingen gaande zijn die voor grote problemen zorgen. Nederland loopt niet achter, maar juist voorop, net zoals het dat eerder deed met coffeeshops, euthanasie en legale prostitutie.

Na de moord op Van Gogh bevond Nederland zich in de frontlinie van de strijd van het islamitisch fundamentalisme. Een bekende, zij het omstreden criticus van de islam was vermoord door een in Nederland opgegroeide moslim, die nog in een wijkcentrum had gewerkt.
Na de moord trokken vele buitenlandse waarnemers naar Nederland om hun licht over de ontwikkelingen te laten schijnen. Weinigen waren daarvoor meer geschikt dan Buruma, die van zijn geboorte in 1951 tot 1975 in Nederland woonde. Hij heeft daarna een reputatie gevestigd als onafhankelijk waarnemer en brengt een beetje oud-Hollandse nuchterheid mee.

In zijn intellectuele reportage over Nederland spaart hij vooral de critici van de multiculturele samenleving niet. Afshin Ellian heeft kenmerken van een marxistische pamflettenschrijver, Pim Fortuyn was potentieel gevaarlijk, Van Gogh handelde in zijn tirades, bijvoorbeeld op zijn website De gezonde roker, verre van gewetensvol en Ayaan Hirsi Ali heeft zelf iets bijgedragen aan de verharde sfeer en onverdraagzaamheid.

Zo achter elkaar gezet lijkt het alsof Buruma de zoveelste ongenuanceerde scribent is die zich in het debat stort. Maar dat doet hem te kort, omdat hij veel begrip heeft voor de mensen over wie hij schrijft. Hij spant zich in om hun motieven te onderzoeken en hun argumenten te doorgronden. Zo zet hij meer vraagtekens bij de methodes van Hirsi Ali dan bij haar idealen. Haar idee dat ze als een Voltaire van de islam kan optreden, is volgens hem onjuist. Hij vindt dat ze met een project als Submission alleen kans loopt een minderheid te kwetsen die zich al kwetsbaar voelt. Bij critici als Fortuyn en Paul Scheffer ziet hij een verlangen naar vroeger tijden, toen men nog ‘ onder elkaar’ was. Juist voor progressieven was het verlies van het paradijselijke Nederland zwaar. De veelgeprezen tolerantie wordt zwaar op de proef gesteld op het moment dat die zich moet uitstrekken tot mensen die niet ‘ zijn zoals wij.’

Steeds weer komt de oorlog terug, valt Buruma op. Van Gogh, die zich niet beriep op het verzetsverleden van zijn familie, gebruikte wel voortdurend de termen goed en fout om zijn tegenstanders te attaqueren. Toen minister Rita Verdonk het Nederlanderschap van Hirsi Ali in twijfel trok, waren de vergelijkingen met Anne Frank niet van de lucht. Juist het schuldbesef over de oorlog houdt deze herinneringen zo levend.

Maar het herleiden van de moord op Van Gogh tot teksten in de Koran getuigt volgens Buruma ook niet van inzicht; dat is net zo slim als de misdaden van de Sovjet-Unie uitsluitend verklaren uit Das Kapital van Karl Marx. Of fundamentalistische moslims gewelddadig worden, is deels afhankelijk van de opstelling van de landen waar ze wonen. Een moderne maatschappij moet iemands keuze voor religieuze, vreedzame orthodoxie aanvaarden, zolang die de maatschappij niet wordt opgedrongen.

Hoe afstandelijk hij ook is, toch ontkomt Buruma er niet aan partij te kiezen. Hij doet dat op zeer zorgvuldige wijze met oog voor diverse perspectieven en dwarsverbanden. Daarom is zijn oordeel niet gemakkelijk te negeren.

Verschenen in het Parool, 31 augustus 2006

Waardering: 4half-sterren

Ian Buruma – Dood van een gezonde roker

(Visited 211 times, 1 visits today)

Een reactie

  • sumela maart 31, 2011op12:14 pm

    Libische toestanden en Cohen’s thema, “de boel bij elkaar houden”.
    Libische toestanden en Cohen’s thema, “de boel bij elkaar houden”.

    Tweedeling begon toen de eerste Moslims binnen waren. De samenleving was éen maar is door de Islamitische massa-immigratie in tweeën gesplitst. Zolang huidige beleid met grote lijnen intact blijft zullen de problemen alleen verergeren en blijft de immigratiekraan openstaan waardoor er een bom gelegd wordt onder onze samenleving en de verzorgingsstaat niet te handhaven is. Geen tweedeling betekent in de eerste plaats: geen gelegenheid geven tot tweedeling, dus al helemaal niet iedere dag in het openbaar demonstreren dat je beter bent dan de anderen.
    Omdat Moslims volgens hun religieuze politiek zich niet mogen mengen met de westerse culturen, is integratie per definitie onmogelijk. Westerse samenleving proberen te combineren met de mohammedaanse doctrine is een onbegonnen werk. Dat het afwijzen van westerse normen en waarden centraal staat in de Islam, heeft grote implicaties. Hiermee wordt het aangegeven dat het Moslim doctrine de oorzaak van huidige tweedeling is! Dit staat vast. Islamitische strijders die gesteund zijn door de corrupte politiek, vechten in feite voor een nieuwe dictatuur. Deze Moslims zullen islamitische politieke stelsel nooit hervormen. 140 miljoen Christenen en circa 57 miljoen andersdenkenden die in 35 Moslimlanden wonen en de oorspronkelijke bewoners zijn van die landen verwachten hiermee geen veranderingen. Deze gewapende Moslims die “Allah Akbar” schreeuwen tegen huidige dictators blijven bij hun eeuwenoude ideologie en stichten ze straks nog meer dictatoriale regimes.

    In Nederland dreigt een Libische toestand te ontstaan. Overal in de wijken zijn er fundamentalistische kolonisten actief, imams en andere leerkrachten zijn bezig om jonge mannen en vrouwen te opleiden!

    Ze stellen onomwonden dat Nederland moet worden overgenomen. Sterk georganiseerde Turken en Marokkanen zouden nieuwe instroom te bevorderen via: hun bruiden uit een islamitische land halen, creatie van een gesloten maatschappij waarin uitsluitend via TV schotels gekeken wordt naar eigen staatspropaganda, eigen scholen oprichten, moskeen bouwen. Op die manier wordt er een nieuwe bevolking gevormd die heel snel in aantal toeneemt. Ondertussen is het aantal moslims in Nederland explosief gegroeid. De vele kolonisten uit Marokko, Turkije, noordelijk Afrika en het Midden-Oosten doen ook het aantal illegale moskeeën en korancursussen. Dit is nog erger dan de Libische stammen toestanden.

    We mogen nu al van geluk spreken als de vrede in Europa bewaard blijft. Maar met de gaande krijgen de moslims steeds meer macht In Nederland. Grote delen van sommige steden zijn al etnisch anti-Nederlands. PVDA leider praat nu over “de boel bij elkaar houden”, hiermee suggereert hij dat er wel degelijk gevaarlijke etnische conflicten aan het ontstaan zijn, maar tegelijkertijd wilt hij geen immigratiestop. De grondslag van deze gevaar, instroom van nog meer Moslims wordt gezien als de toekomst van PVDA. “bij elkaar houden…” is geen oplossing. Cohen’s boel bestaat uit grote groepen die etnisch onverenigbare kernelementen hebben, ze groeien steeds uit elkaar. Dan hebben we straks hier ook zo maar Libische toestanden, grote onlusten of erger, burgeroorlogen. De kritische grens is voor de moslimbevolking in Nederland bereikt. Kappen met verdere immigratie en mogelijkerwijs het radicale deel terugsturen naar land van oorsprong. Nu kan het nog zonder bloedvergieten.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.