In deze verzameling eerder gepubliceerde artikelen en redevoeringen van wat vaak genoemd wordt de enige intellectueel in de Nederlandse politiek haalt Frits Bolkestein veel overhoop. Hij bedrijft een soort intellectueel hordenlopen, wat vermoeiende kanten heeft. Ook is de selectie niet al te kieskeurig. Een toespraakje van een paar pagina’s ter gelegenheid van de opening van een kunsttentoonstelling – abstracte kunst is aan hem niet besteed – staat er in, net zo goed als indringende beschouwingen over Kant, Fichte en Rawls.
Beknopt werkje over de duivel, satan, beëlzebub, lucifer etc en zijn tragische carrière waarin hij van onmisbare evenknie van god kelderde naar een popster, die zijn aanbidders onder liefhebbers van heavy metal en horrorfilms vindt. Niets minder dan de secularisering van de duivel wordt hier beschreven. Zoals de eens almachtige god tot ‘iets’ is verworden, is de personificatie van het kwaad teruggebracht tot een spookhuisfiguur.
Enorme pil over de reformatie. De stelling van MacCulloch is dat de reformatie de weg vrijmaakte voor een meer tolerante geesteshouding in Europa. De reformatie als moderniseringsverschijnsel dus, als noemt hij dat zelf niet zo. Kort door de bocht: op het moment dat mensen de autoriteit van de Kerk en deels ook van de Bijbel zelf gingen aanvechten, werd het mogelijk om vrij te denken. Maar het effect is misschien nog meer dat het christelijk geloof en religie meer in het algemeen wordt ondermijnd. Wie kan dit allemaal geloven?
Een meesterwerk in de traditie van de grote Russische schrijvers, maar het doet ook denken aan Celine en Malaparte. Verontrustend, surrealistisch en realistisch tegelijk, een duister sprookje dat waar blijkt te zijn. Zeer goed geschreven. Een verhaal over personen die niet zijn wat ze zijn, die veranderen in hun tegenpool, die hun tegenpool blijken te zijn.