In zijn boek De prijs van het paradijs heeft de Britse journalist Iain Overton een ambitieus doel: hij wil de opkomst van het zelfmoordterrorisme verklaren. Hij gaat daarvoor op stap: naar de Kerk van de Verlosser op het Bloed in Moskou, de plek van de eerste moderne zelfmoordaanslag in 1881, naar Japan, Sri Lanka, New York en het Midden-Oosten.
Overton mengt reportage met zakelijke beschrijvingen en mijdt ook de analyse niet. Die combinatie werkt heel goed, al is hij soms wat omslachtig. Overton neemt duidelijke standpunten in, maar schrijft niet vanuit een vooringenomen positie. Dat levert een afgewogen boek op.
Betere wereld
De dood van de zelfmoordterrorist is een stap naar een betere wereld. Dat is althans zijn overtuiging (de meerderheid is man). Dat doel kan verder weg liggen, maar soms wacht de beloning voor de dader direct, in het paradijs met de bijna spreekwoordelijke 72 maagden. Zelfmoordterrorisme is, als andere vormen van terrorisme, het wapen van de zwakkere partij. Maar soms wint die daardoor de slag. Een aanslag op Amerikaanse militairen in 1983 in Beiroet leidde tot het vertrek uit Libanon. En dat succes smaakte naar meer.
Overton maakt geen principieel onderscheid tussen het gebruik van zelfmoordacties in een oorlog en aanslagen tegen burgers. Waren de kamikaze-piloten terroristen? Daar kan je over discussiëren. Aan de ene kant waren de kamikazes militairen die tegen andere militairen vochten. Dan is veel toegestaan. Aan de andere kant was het psychologisch mechanisme bij hen voor een deel hetzelfde als bij terroristen, zo legt hij overtuigend uit.
De eerste zelfmoordaanslag op uitsluitend burgers vond ‘pas’ in 1994 plaats. Sinds die tijd is er bijna een soennitisch monopolie op het middel. Overton denkt dat de salafistische-jihadistische ideeën van groot belang zijn, maar ook de mentale gesteldheid van zelfmoordterroristen is van belang. Pas door de combinatie van individuele en collectieve factoren kan de dader zover komen dat hij zijn eigen leven gebruikt. De collectieve factoren zijn makkelijker te identificeren. Maar uitsluitend een ideologische verklaring zoeken kan leiden tot godsdienstintolerantie. Zo manoeuvreert tussen een aantal uitgesproken posities. Toch is Overton zeker niet op zoek naar ‘excuses’ voor terrorisme.
Enorme gevolgen
Volgens Overton heeft zelfmoordterrorisme enorme gevolgen gehad. Het directe effect was dat er tienduizenden mensen bij zijn omgekomen, en honderdduizenden gewond. Maar het indirecte effect was vaak vele malen groter.
De aanslagen van anarchisten leidden in het tsaristisch Rusland tot repressie en dat gaf mede aanleiding tot de communistische revolutie in 1917. De kamikaze-aanvallen waren een reden voor de Amerikanen om te denken dat een conventionele aanval op Japan tot honderdduizenden doden zou leiden en deed de VS mede kiezen voor het gebruik van de atoombom. En ‘11 september’ leidde onder andere tot een eindeloze oorlog in het Midden-Oosten. Dat laatste lijkt me wel vast te staan, maar bij die andere verklaringen kan je wel wat vraagtekens plaatsen.
Desalniettemin is dit een knap en toegankelijk boek over een akelig-fascinerend onderwerp. Zelfmoordterrorisme is vaak succesvol, alleen omdat het zes keer zo veel media-aandacht krijgt. Ook dit boek geeft het onderwerp aandacht, maar Overton komt ook met voorstellen om het te stoppen, zoals een duidelijke internationale veroordeling van het middel. Ook moeten conflicten die aanleiding geven tot zelfmoordaanslagen, worden opgelost. Dat deze voorstellen werken, kunnen we alleen maar helpen hopen.
(Ik besprak dit boek ook voor Elsevier Weekblad)
Geen reacties