Daan Roovers is de nieuwe Denker des Vaderlands. Of had dat Ouder des Vaderlands moeten zijn? In ieder geval zijn haar kinderen en haar ouderschap prominent aanwezig in het boekje Wij zijn de politiek, waarmee ze zichzelf voorstelt. En, misschien onvermijdelijk, komen ze ook veel voor in Mensen maken, haar essay over opvoeden.
Door het werk van Daan Roovers leer je haar kinderen aardig kennen. Ze gebruikt voorvallen met haar twee zonen als middel om filosofie herkenbaar en tastbaar te maken. Bijvoorbeeld over de vrijheid van meningsuiting. Je mag van Spinoza toch alles zeggen , vraagt haar zesjarige (!) zoon Daniël. Roovers antwoordt, ietwat argwanend, ja. “Dan zeg ik: kut,” was het antwoord. “Dat is mijn vrijheid van meningsuiting.” Waarop Roovers moet uitleggen dat dit volgens haar geen mening is.
Ambassadeur van de filosofie
Roovers, oud-hoofdredacteur van Filosofie Magazine, is als Denker des Vaderlands ook ambassadeur van de filosofie. Ze volgt daarmee René ten Bos op. Zelf was ze betrokken bij het aanwijzen van Hans Achterhuis als eerste Denker des Vaderlands. En ze was bevriend met René Gudde, die ook Denker des Vaderlands was.
Roovers voornaamste actiepunt is het bevorderen van publiek denken, het nadenken over wat van publiek belang is. “Hardop denken, interactief en met het oog op onze gezamenlijkheid,” zo omschrijft ze het zelf.
“Er is onmiskenbaar een lijn van ethische en materiële vooruitgang.”
Daan Roovers
Daarmee komen er tal van actuele zaken in het vizier. In Wij zijn de politiek gaat het, in interviewvorm met Trouw-journalist Marc van Dijk, over de al genoemde vrijheid van meningsuiting, de democratie, technologie, vrijheid en opvoeding. Dat laatste thema komt uitvoeriger aan de orde in Mensen maken, een essay naar aanleiding van Emile, van Jean-Jacques Rousseau.
Wilders en Baudet
Vrijheid van meningsuiting is niet onbegrensd, zo bleek al uit het gesprek van Roovers met haar zoon. Die slaat volgens haar alleen op het politieke domein, niet op de privémening die steeds meer en heftiger in het openbaar wordt geuit. Dat is een nogal beperkte opvatting en de vraag is of die grens zo duidelijk te trekken is. Overigens is belediging nog steeds strafbaar en is Wilders veroordeeld voor uitspraken die duidelijk in het politieke domein hoorden.
Over Wilders gesproken; volgens Roovers is zijn aanhang en die van Baudet helemaal niet zo anti-islam, maar voelen ze zich niet gehoord door de politiek. Helaas wordt dat niet onderbouwd met stevig feitenmateriaal. En die twee dingen sluiten elkaar helemaal niet uit. Mensen kunnen zich juist niet gehoord voelen omdat ze vinden dat hun bezwaren tegen
migratie niet voldoende aan bod komen.
Het gebrek aan empirisch bewijs is natuurlijk wel vaker een bezwaar tegen filosofische vergezichten. Maar de kunst is uiteraard dat die vergezichten zo aanlokkelijk, provocerend of overtuigend zijn dat je dat bezwaar overstijgt. Dat lukt hier niet altijd.
‘Groot onderhoud’
Haar pleidooi is om de gematigde stem meer aan het woord te laten en minder naar de extremen te luisteren. Dat is op zich een verzuchting waarbij ik me aan kan sluiten. Maar wat is extreem en wat is gematigd en wie bepaalt dat?
Roovers roept op tot ‘groot onderhoud’ aan het democratisch systeem, van verkiezingen heeft ze geen hoge pet op. En nog minder ziet ze in het referendum. Zijn dit dan ook gematigde uitlatingen? Ze voelt voor moderniseringen zoals burgertoppen en georganiseerde inspraak, waarbij gewone burgers worden betrokken. Dat zijn interessante, maar ook wel een beetje modieuze, ideeën, die hier niet direct aan een grondige analyse worden onderworpen.
Vooruitgang
In haar essay over opvoeden neemt ze Rousseau als uitgangspunt, maar is het Hannah Arendt die veel dichter bij haar eigen standpunt staat. Rousseau is haar te pessimistisch, hij belichaamt te veel een afkeer van ‘de wereld’. Arendt vraagt juist om betrokkenheid en een afgeschermde oefenplaats voor de kinderen. Dat optimisme bevalt Roovers beter. En met Kant betoogt ze dat het aanleren van moraal het belangrijkst is. Dat past bij haar geloof in de vooruitgang, dat ze aan het eind van Wij zijn de politiek in een paar zinnen weergeeft. Daar had ik nog wel iets meer over willen lezen.
Roovers is eerder een milde dan een scherpe denker. Ze beweegt behoedzaam, soms bijna bescheiden, van denker naar denker. Daarbij is een belangrijke rol weggelegd voor, het lijkt tegenwoordig haast niet anders te kunnen, Hannah Arendt. Soms vraag je je af waar haar eigen mening zit of deze milde opstelling wel hard genoeg is in een tijd van populisme, Trump, Poetin, Xi Jinping en zo nog wat. Maar dat heb je met gematigde opvattingen.
Geen reacties