Wat is een bos? Dat is een vraag die iedereen die over bossen schrijft, moet beantwoorden. Volgens bioloog Anne Sverdrup-Thygeson is een bos niet alleen een verzameling bomen, en ook geen plek om zoveel mogelijk hout te produceren. Een bos is een ecosysteem, waarin tal van levende organismen samen leven, soms als concurrenten, soms in samenwerking. De kleine levende wezens zijn net zo goed deel van het bos als de grootste bomen. Een bos is zelfs meer dan deze verzameling leven, die ook voor de mens nuttige zaken produceert. “Het bos kan tegen ons praten in een taal die uitstijgt boven de wetenschap en verder gaat dan de waarde van hout en voedselbelangen.’ Dat blijkt bijvoorbeeld uit de vele religieuze en spirituele verhalen rond bomen en bossen. Volgens Noorse mythen werden mensen geschapen uit stukken hout. Kriebelbeestjes Deze brede benadering geeft Sverdrup de kans om heel veel verschillende verhalen te vertellen. Ze vertelt over de berk, de ratelpopulier en andere bomen. Maar net zo lief of misschien nog wel liever over de ‘kriebelbeestjes’ die welig tieren in levend en vooral dood hout. Sverdrup is entomoloog en schreef eerder een boek over insecten. Zo heeft ze veel oog voor de biodiversiteit van…
Inzoomen en uitzoomen. Details en context. Beschrijving en analyse. Het zijn die afwisselingen die veel indrukwekkende journalistieke producties onderscheiden van middelmatige werken. Ze laten de lezer meebeleven, maar geven ook een breder perspectief op een gebeurtenis. De Amerikaans-Canadese schrijver John Vaillant toont zich hier een meester in Fire Weather: in zijn boek over een enorme bosbrand in Canada. En over veel meer dus. Het ene moment volgt hij het verloop van die brand per minuut, of nog korter, want dit vuur rekent in secondes af met bomen en zelfs huizen. Dan neemt hij afstand, schrijft hij over de fysica van zeer hete branden, de bombardementen op Harmburg in de Tweede Wereldoorlog, de economie van de fossiele industrie, en uiteraard klimaatverandering. De bosbrand in mei 2016 rond en in de Canadese stad Fort McMurray blijft – flauw gezegd – het brandpunt van het boek. Vaillant beschrijft nauwgezet hoe het vuur dichterbij komt, maar de inwoners zich aanvankelijk niet echt bedreigd voelen. (Ik pakte bij het lezen Google Maps erbij om precies te kijken waar de brand woedde en hoe het nu uitziet.) De autoriteiten zenden tegenstrijdige berichten uit: ja, er is wat aan de hand, maar het zal wel meevallen. Pas…
Voor het echte bos moet je niet in Nederland zijn, dat is algemeen bekend. Socioloog Herman Vuijsje onderwierp dit cliché aan een grondig experiment. Hij liep tien dagen door het Nederlandse bos, over de Utrechtse Heuvelrug en de Veluwe. En het viel alleszins mee, zijn zoektocht naar Waldruh. Vuijsje is geen kenner van het bos, daar komt hij in de inleiding rond vooruit. Hij is ook geen lyrische natuurschrijver die gedetailleerde beschrijvingen geeft van ontluikende knoppen, hamerende spechten en blozende bladeren. Het gaat hem om ‘horen, zien en voelen’ en een beetje overpeinzen. Die overpeinzingen beginnen met het idee dat het nostalgische ‘bosverlangen’ draait om geborgenheid en bescherming. Hij verwijst ook een paar keer naar zijn jeugdherinneringen, toen hij met zijn ouders ‘een ommetje’ ging maken langs een oude beukenlaan. Dat vond hij toen verschrikkelijk, bijna een mensenleven later vindt hij dezelfde plek prachtig. Zijn zorgvuldig uitgestippelde route (die alleen in grote lijnen in het boek staat) houdt hem zoveel mogelijk weg van snelwegen, distributiecentra en megastallen. Militaire terreinen zijn lastiger te omzeilen. Andere wandelaars zijn er nauwelijks, een ervaring die veel mensen zullen delen die zich iets verder van horeca en parkeerplaatsen begeven. Vuijsje citeert veel, uit oudere reisbeschrijvingen,…
Mensen moeten leren uitsterven, schrijft filosoof Lisa Doeland. Want het is een vergissing te denken dat het allemaal wel goed komt. Maar is alles dan verloren? Vanaf de eerste zin van het boek van filosoof Doeland is duidelijk dat dit geen feel-good werk gaat worden. Ze begint met de ‘pijnlijke waarheid dat de wereld zoals wij die kennen allang voorbij is’. Ook is helder, al na die eerste zin, dat dit boek discussie oproept met uitgesproken stellingen. Klopt het wat ze zegt? En wie wordt er bedoeld met dat ‘wij’? De schrijver en de lezer? Activisten van Extinction Rebellion, zoals Doeland? De mensheid? Naar eigen zeggen gebruikt Doeland het eerste persoon meervoud zo’n zevenhonderd keer in het boek, zonder duidelijk te maken wie ze er precies mee bedoelt. ‘Want het collectiveert. Het activeert.’ Maar juist het collectief maken van problemen kan leiden tot passiviteit. Gooi het maar over de schutting bij het ‘wij’. Apocalypsofie verschilt op een belangrijk punt van vele klimaatboeken die nu verschijnen. Hier wordt niet voor de zoveelste keer uitgelegd hoe ‘we’ de ‘planeet’ kunnen redden. Dit is een uitgesproken pessimistisch werk, een pleidooi voor doemdenken. Doeland verzet zich tegen ‘gevaarlijke fantasieën’ die gebruikt worden om de…
Dagboeken zijn voor de Tweede Wereldoorlog een van de belangrijkste bronnen. De vaak persoonlijke invalshoek van de schrijvers, gecombineerd met het concept waarbij steeds een dag of een paar dagen verstrijken, en de volstrekte authenticiteit maken inleving voor de lezer makkelijk. Denk aan het dagboek van Philip Mechanicus of dat van Etty Hillesum. En uiteraard Anne Frank. Anderen schreven noodgedwongen of uit keus hun ervaringen later op. Dat kan een gepolijster verhaal opleveren, maar ook meer reflectie. Twee recente boeken tonen de kracht van deze verschillende stijlvormen en laten zien hoe het Derde Rijk door twee Duitsers werd beleefd. Geloof in een superwapen Het dagboek heeft de titel Vreemdeling in eigen land meegekregen. Het is het verslag van Anna Haag, een schrijver, vrouw en moeder die tegen het regime gekant is. Ze luistert stiekem naar de BBC, maakt soms ‘gevaarlijke’ opmerkingen en grapjes. In sommige fragmenten schrijft ze ‘aan’ haar kinderen die in het buitenland verblijven, in andere stukken richt ze zich als het ware tot de presentatoren van de Britse radio. Ze beschrijft het dagelijks leven en geeft weer wat de apotheker en zijn vrouw allemaal beweren. Zij zijn hartstochtelijke nazi’s, die steeds weten te vertellen dat de Duitse…
De eik is de koning van het bos. Kappen van bomen is slecht. En klimop moet je van de stam van een boom weghalen, anders wordt die gewurgd. Over bomen en bossen bestaan volgens bosbeheerder Simon Klingen veel verkeerde ideeën. 21 van die misverstanden heeft hij in een compact boek behandeld, waarbij hij zijn pragmatische houding duidelijk laat blijken. Een aantal misverstanden gaat over de biologische en ecologische eigenschappen van bomen en bossen. Zo legt Klingen uit dat dikke bomen niet per se oude bomen zijn en dat klimop voor een boom niet schadelijk is. Gewoon laten zitten, dus. Goed dat hij dat zegt, want sommige bosbeheerders halen die klimop rigoureus weg. Ook legt hij duidelijk uit dat de eik niet de dominante boom in de Nederlandse bossen is. Dat is de beuk, die de strijd met de eik om het licht wint. Dat leidt uiteindelijk tot de zogeheten ‘verbeuking’, want de beuk duldt weinig rivalen in zijn buurt. Een andere misvatting is te denken dat alle organismen in het bos prettig samenwerken. Nee, het is (ook) een gevecht om voedingsstoffen, water en vooral licht. Wie het eerst boven, wint. Hiermee zet hij zich af tegen de misschien soms wat…
Karen Armstrong is bekend als schrijver van dikke boeken over religie. Haar boek over de ‘heilige natuur’ is aangenaam beknopt. Wel bevat het een soortgelijke stortvloed aan gegevens en citaten uit allerlei werken. En een grote ambitie: we (de westerse lezer vooral) moeten anders gaan denken over de natuur. Die moeten we ‘heilig’ verklaren, en niet meer zien als gebruiksvoorwerp. In dit boek behandelt ze aan de hand van een aantal thema’s de omgang van religies en levensbeschouwingen met de natuur. Dat uiteraard vanuit het idee dat er iets stevig mis aan het gaan is door de schade die mensen aanrichten aan hun omgeving. Religie kan helpen om deze verhouding te herstellen en anders te gaan handelen en denken. Armstrong geeft daar in dit boek praktische tips voor, en gebruikt hiervoor teksten uit de periode van 900 tot 200 voor de christelijke jaartelling. In die tijd ontstonden confucianisme, taoïsme, hindoeïsme, boeddhisme, monotheïsme en rationalisme. Eén les komt daarin steeds terug: het goddelijke, God, staat niet buiten de natuur maar is daar deel van. Er is een kracht, een ‘zijn’, dat met allerlei termen aangeduid kan worden, dat in al het levende en niet-levende om ons heen zit. Bijna ieder van…
Toen ik jaren geleden een bundel ooggetuigenverslagen van de Tweede Wereldoorlog samenstelde, had ik een vaag idee wie Etty Hillesum was. Een zweverig type, iemand die niet in politiek geïnteresseerd was, maar in het innerlijk leven. Toch ging ik haar dagboek over de Tweede Wereldoorlog lezen, want misschien zou het een mooi fragment opleveren. Dat fragment had ik snel gevonden. Het ging over een bezoek aan de Gestapo. Ze beschreef dat ze niet bang was voor de SS’er die haar toesnauwde. Ze wilde hem begrijpen, niet veroordelen of haten. Ik was verrast door haar manier van schrijven en moest mijn oordeel enigszins bij stellen. Ja, het was wat zweverig, en misschien wel naïef, maar ook heel persoonlijk en zeer aansprekend. En het was anders, het opende een perspectief op de oorlog dat zeer weinig dagboekschrijvers uit die tijd boden. Tegelijk bleef Hillesum, Etty, een raadsel. Hoe kon een intelligente, belezen jonge vrouw, bovendien met allerlei connecties in linkse kringen, zo’n houding aannemen waarin ze verzet afwees en haar lot aanvaardde? Dat is een belangrijke vraag in de biografie die Judith Koelemeijer over haar schreef. ‘Hoe kon Etty voor de dood kiezen, terwijl haar het leven werd aangeboden?’, zo wordt het…
Bossen aanplanten is lang niet altijd zinvol. Bomen kunnen soms klimaatproblemen groter maken. Het is niet erg als landbouwers af en toe een stuk bos platgooien. Ongerept bos bestaat bijna niet meer. Dat zijn maar een paar van de heilige huisjes die wetenschapsjournalist Fred Pearce omver kegelt in zijn boek A trillion trees. Hij onderzoekt de geheimen van het bos, maar vooral ook de ideeën en mythes die daarover de laatste decennia of zelfs eeuwen zijn gevormd. Voor de beantwoording van al zijn vragen reist hij over de hele wereldbol en spreekt hij met vele wetenschappers. Vooral diegenen met wat controversiële opvattingen lijken zijn waardering te hebben. Pearce heeft zowel positieve als negatieve boodschappen. Negatief is dat de ontbossing heel veel schade heeft aangericht en op bepaalde plekken nog steeds doorgaat. Positief is dat op andere plekken herbebossing al gaande is en dat het belang van bossen en bomen doorgedrongen is in allerlei kringen. In het eerste deel van het boek beschrijft Pearce vooral het nut en de functie van de bomen. Bomen hebben in feite het klimaat geschapen waarin zijzelf (en vele andere soorten) kunnen overleven. Door de groei van bomen is het percentage co2 in de lucht gedaald…
Filosofie in de Lage Landen: dat is natuurlijk Spinoza. En dan? Kende deze streken buiten hem grote denkers, afgezien van enkele passanten? Misschien wel niet, maar dat heeft filosoof Erno Eskens er niet van weerhouden een levendige geschiedenis te schrijven van de denkers en dwalers die zich door de eeuwen op dit grondgebied hebben opgehouden. Dat heeft hij gedaan door zijn bereik op verschillende manieren te vergroten. Niet alleen door ruimhartig ook ‘dwalers’ te beschrijven. Wie bij welke groep hoort, laat Eskens wijselijk aan de lezer over, al zijn zijn voorkeuren soms duidelijk. Daarnaast heeft iedere denker die een tijdje hier verbleef daarmee een plekje in het boek verdiend. Denk aan Karl Marx die in Zaltbommel zat, de anarchist Proudhon die een tijdje in Brussel woonde, Descartes en Locke die naar de Republiek kwamen om van de relatieve vrijheid te profiteren, en aan Jean-Paul Sartre die een dagje in Amsterdam was om daar een niet te volgen betoog te houden. Eskens heeft ook heel nadrukkelijk vrouwelijke denkers gezocht en gevonden, van Anne-Maria van Schurman (1607-1678), via onder anderen Jeanne Wyttenbach-Gallien (1773-1780), die liever in het oude Athene had gewoond tot Else Barth (1928-2015). Ook besteedt hij aandacht aan mensen uit…